Basiscursus schematherapie

US$ 0,00
uitverkocht

Basiscursus schematherapie (25 uur)

Cursusduur: 4 lesdagen (09.45 - 17.00 uur)
Cursusdata: Worden nog bekend gemaakt
Locatie: De Gezonde Volwassene Utrecht - Lucasbolwerk 16
Studiebelasting: 25 contacturen (50 uur inc. voorbereiding en toets)
Deelnameprijs: Wordt nog bekend gemaakt (deze prijs is inc. cursusmateriaal en lunch, exc. aan te schaffen boeken)*
Max. aantal deelnemers: 14
Docenten: Fleur Kraanen en Marieke Hesseling

* Deze prijs is vrijgesteld van btw in verband met (aangevraagde) CRKBO-registratie

Doelstelling en leerdoelen

Na afloop van deze cursus heeft de deelnemer een goed begrip van de theoretische basis en kernconcepten van schematherapie, kan de cursist deze toepassen in een casusconceptualisatie, en is de cursist in staat om basisinterventies (zoals limited reparenting, imaginatie met rescripting, stoelentechnieken en empathische confrontaties) op een verantwoorde en methodische manier in te zetten binnen de eigen behandelpraktijk.

De specifieke leerdoelen die de deelnemer na succesvolle afronding van de cursus bereikt heeft, zijn:

  • Het maken van een goede inschatting voor wie schematherapie geschikt is (indicatiestelling);

  • Het hebben van theoretische kennis over wat schematherapie is en de globale doelen ervan;

  • Het maken van een casusconceptualisatie van een patiënt met daarin schema’s, hypotheses over het ontstaan ervan, en een schematische weergave van het modusmodel;

  • Het hebben van kennis en vaardigheden m.b.t. specifieke schematherapeutische behandeltechnieken (imaginatie met rescripting, stoelentechnieken en empathische confrontaties);

  • Het kunnen hanteren van de therapeutische relatie zoals deze in schematherapie bedoeld is.

Doelgroep

Tot de cursus worden cursisten toegelaten die beschikken over een voltooide academische masteropleiding (voorheen doctoraal) en voldoen aan één van de volgende kwalificaties:

a)     BIG-registratie als gz-psycholoog, psychotherapeut, klinisch psycholoog of psychiater, dan wel in opleiding zijnde daartoe;
b)     Gewoon lidmaatschap van een specialistische psychotherapievereniging1, dan wel in opleiding zijnde daartoe;
c)     Orthopedagoog-generalist2 of kinder- en jeugdpsycholoog NIP/SKJ3, dan wel in opleiding zijnde daartoe;
d)     Gewoon lidmaatschap van een Vlaamse psychotherapievereniging waarvan het gewoon lidmaatschap automatisch recht geeft op het gewoon lidmaatschap van een specialistische psychotherapievereniging, dan wel in opleiding zijnde daarvoor;
e)     Registratie als vaktherapeut in het Register Vaktherapeutische Beroepen.

Per cursus mag een beperkt aantal overige hbo’ers en masterpsychologen (niet in opleiding tot gz-psycholoog of psychotherapeut) deelnemen. Voorwaarden daarvoor is dat:

a)     Zij in hun werksituatie samenwerken met BIG-geregistreerde schematherapeuten die als senior of supervisor zijn ingeschreven in het Register schematherapeut.

b)    Supervisie en intervisie georganiseerd zijn;
c)     Zij wat betreft klinische vaardigheden een niveau hebben in het werken met persoonlijkheidsstoornissen en ernstige syndroomstoornissen dat voldoende is om de cursus met succes te kunnen volgen.

Inhoud

De inhoud van deze basiscursus is als volgt:

  • Introductie in de schematherapie: uitleg over schema’s en modi, de theorie van basisbehoeften, overzicht van wetenschappelijk onderzoek en toelichting op persoonlijkheidsstoornissen;

  • Randvoorwaarden voor schematherapie: het creëren van een passend behandelklimaat en het bepalen van indicaties en contra-indicaties;

  • Fasering binnen de schematherapie: inzicht in de behandelopbouw en afstemming van therapeutische houding en interventies per fase;

  • Schematherapeutische diagnostiek: het stellen van indicaties, afnemen en interpreteren van vragenlijsten, en het toepassen van technieken zoals de neerwaartse pijl en imaginaties ten behoeve van diagnostiek;

  • Oefenen met casusconceptualisatie: het opstellen van een schema- en modusmodel op basis van een casus;

  • Beoordelen en versterken van motivatie: het herkennen van motivatieschommelingen en valkuilen, en het inzetten van technieken om motivatie te bevorderen;

  • Toepassen van experiëntiële technieken: introductie en oefening met imaginaties, meerstoelentechnieken, empathische confrontaties en (historische) rollenspelen;

  • Inzetten van cognitieve en gedragsmatige technieken: toepassing van schematherapeutische CGT-technieken;

  • Introductie in limited reparenting: het ontwikkelen van inzicht in de betekenis, toepassing en grenzen van limited reparenting binnen de therapeutische relatie.

Werkwijze

Er wordt gebruik gemaakt van de volgende werkvormen:

  • Hoorcollege

  • Demonstraties

  • Rollenspelen

  • Plenaire discussie

  • Casuïstiek

  • Literatuurstudie

  • Praktische oefeningen

  • Onderzoek naar eigen schema’s en modi

Literatuur

Verplichte literatuur

Uit onderstaande boeken wordt een aantal hoofdstukken behandeld:

  • Young, J. E., Klosko, J. S., & Weishaar, M. E. (2005). Schemagerichte therapie: Handboek voor therapeuten. Bohn Stafleu van Loghum. (nieuwe 2e druk uit 2019 is ongewijzigd) (€63,76)

  • Arntz, A., & Jacob, G. (2012). Schematherapie: Een praktische handleiding. Uitgeverij Nieuwezijds. (€45,99)

Artikelen die gebruikt worden in de cursus:

  • Arntz, A., Rijkeboer, M., Chan, E., Fassbinder, E., Karaosmanoglu, A., Lee, C. W., & Panzeri, M. (2021). Towards a reformulated theory underlying schema therapy: Position paper of an international workgroup. Cognitive Therapy and Research, 45(6), 1007–1020. https://doi.org/10.1007/s10608-021-10209-5

Aanbevolen literatuur:

  • Van der Wijngaart, R. (2022). Stoelentechniek: Theorie en praktijk. Bohn Stafleu van Loghum.

  • Van der Wijngaart, R. (2020). Imaginaire rescripting: Theorie en praktijk. Bohn Stafleu van Loghum.

Eindopdracht basiscursus

Ter afronding van de basiscursus schematherapie lever je een schriftelijke eindopdracht in. Deze bestaat uit een uitgewerkte casusconceptualisatie en behandelplan van een patiënt. Het format van de casusconceptualisatie wordt aan je uitgereikt tijdens de cursus. Deze omvat de volgende onderdelen:

  1. Korte omschrijving van de patiënt: relevante achtergrondinformatie, belangrijke levensgebeurtenissen.

  2. Diagnostiek en classificatie: DSM-5 classificatie(s), huidige klachten en problemen, patronen in relaties en functioneren.

  3. Schema’s en modi: overzicht van de belangrijkste schema’s en modi, ondersteund met YSQ- en SMI-resultaten. Hypotheses over het ontstaan (koppeling aan jeugdervaringen en basale behoeften).

  4. Casusconceptualisatie: schematische weergave (modusmodel) en beschrijving van triggers en typische reacties.

  5. Interactie met schema’s van de therapeut: beschrijf hoe de schema’s en modi van de therapeut kunnen interacteren met die van de cliënt en benoem mogelijke problemen of valkuilen.

  6. Behandeldoelen: SMART-geformuleerde doelen.

  7. Behandelplan: beschrijf welke experiëntiële technieken, cognitieve technieken, en gedragstechnieken je gaat gebruiken.

Beoordeling

Voor het succesvol afronden van de basiscursus moet de eindopdracht worden beoordeeld met minimaal een 6. Bij onvoldoende beoordeling volgt een gesprek met een van de docenten en kan de opdracht herkanst worden.

De opdracht dient 4 weken na afloop van de cursus ingeleverd te worden.

Basiscursus schematherapie (25 uur)

Cursusduur: 4 lesdagen (09.45 - 17.00 uur)
Cursusdata: Worden nog bekend gemaakt
Locatie: De Gezonde Volwassene Utrecht - Lucasbolwerk 16
Studiebelasting: 25 contacturen (50 uur inc. voorbereiding en toets)
Deelnameprijs: Wordt nog bekend gemaakt (deze prijs is inc. cursusmateriaal en lunch, exc. aan te schaffen boeken)*
Max. aantal deelnemers: 14
Docenten: Fleur Kraanen en Marieke Hesseling

* Deze prijs is vrijgesteld van btw in verband met (aangevraagde) CRKBO-registratie

Doelstelling en leerdoelen

Na afloop van deze cursus heeft de deelnemer een goed begrip van de theoretische basis en kernconcepten van schematherapie, kan de cursist deze toepassen in een casusconceptualisatie, en is de cursist in staat om basisinterventies (zoals limited reparenting, imaginatie met rescripting, stoelentechnieken en empathische confrontaties) op een verantwoorde en methodische manier in te zetten binnen de eigen behandelpraktijk.

De specifieke leerdoelen die de deelnemer na succesvolle afronding van de cursus bereikt heeft, zijn:

  • Het maken van een goede inschatting voor wie schematherapie geschikt is (indicatiestelling);

  • Het hebben van theoretische kennis over wat schematherapie is en de globale doelen ervan;

  • Het maken van een casusconceptualisatie van een patiënt met daarin schema’s, hypotheses over het ontstaan ervan, en een schematische weergave van het modusmodel;

  • Het hebben van kennis en vaardigheden m.b.t. specifieke schematherapeutische behandeltechnieken (imaginatie met rescripting, stoelentechnieken en empathische confrontaties);

  • Het kunnen hanteren van de therapeutische relatie zoals deze in schematherapie bedoeld is.

Doelgroep

Tot de cursus worden cursisten toegelaten die beschikken over een voltooide academische masteropleiding (voorheen doctoraal) en voldoen aan één van de volgende kwalificaties:

a)     BIG-registratie als gz-psycholoog, psychotherapeut, klinisch psycholoog of psychiater, dan wel in opleiding zijnde daartoe;
b)     Gewoon lidmaatschap van een specialistische psychotherapievereniging1, dan wel in opleiding zijnde daartoe;
c)     Orthopedagoog-generalist2 of kinder- en jeugdpsycholoog NIP/SKJ3, dan wel in opleiding zijnde daartoe;
d)     Gewoon lidmaatschap van een Vlaamse psychotherapievereniging waarvan het gewoon lidmaatschap automatisch recht geeft op het gewoon lidmaatschap van een specialistische psychotherapievereniging, dan wel in opleiding zijnde daarvoor;
e)     Registratie als vaktherapeut in het Register Vaktherapeutische Beroepen.

Per cursus mag een beperkt aantal overige hbo’ers en masterpsychologen (niet in opleiding tot gz-psycholoog of psychotherapeut) deelnemen. Voorwaarden daarvoor is dat:

a)     Zij in hun werksituatie samenwerken met BIG-geregistreerde schematherapeuten die als senior of supervisor zijn ingeschreven in het Register schematherapeut.

b)    Supervisie en intervisie georganiseerd zijn;
c)     Zij wat betreft klinische vaardigheden een niveau hebben in het werken met persoonlijkheidsstoornissen en ernstige syndroomstoornissen dat voldoende is om de cursus met succes te kunnen volgen.

Inhoud

De inhoud van deze basiscursus is als volgt:

  • Introductie in de schematherapie: uitleg over schema’s en modi, de theorie van basisbehoeften, overzicht van wetenschappelijk onderzoek en toelichting op persoonlijkheidsstoornissen;

  • Randvoorwaarden voor schematherapie: het creëren van een passend behandelklimaat en het bepalen van indicaties en contra-indicaties;

  • Fasering binnen de schematherapie: inzicht in de behandelopbouw en afstemming van therapeutische houding en interventies per fase;

  • Schematherapeutische diagnostiek: het stellen van indicaties, afnemen en interpreteren van vragenlijsten, en het toepassen van technieken zoals de neerwaartse pijl en imaginaties ten behoeve van diagnostiek;

  • Oefenen met casusconceptualisatie: het opstellen van een schema- en modusmodel op basis van een casus;

  • Beoordelen en versterken van motivatie: het herkennen van motivatieschommelingen en valkuilen, en het inzetten van technieken om motivatie te bevorderen;

  • Toepassen van experiëntiële technieken: introductie en oefening met imaginaties, meerstoelentechnieken, empathische confrontaties en (historische) rollenspelen;

  • Inzetten van cognitieve en gedragsmatige technieken: toepassing van schematherapeutische CGT-technieken;

  • Introductie in limited reparenting: het ontwikkelen van inzicht in de betekenis, toepassing en grenzen van limited reparenting binnen de therapeutische relatie.

Werkwijze

Er wordt gebruik gemaakt van de volgende werkvormen:

  • Hoorcollege

  • Demonstraties

  • Rollenspelen

  • Plenaire discussie

  • Casuïstiek

  • Literatuurstudie

  • Praktische oefeningen

  • Onderzoek naar eigen schema’s en modi

Literatuur

Verplichte literatuur

Uit onderstaande boeken wordt een aantal hoofdstukken behandeld:

  • Young, J. E., Klosko, J. S., & Weishaar, M. E. (2005). Schemagerichte therapie: Handboek voor therapeuten. Bohn Stafleu van Loghum. (nieuwe 2e druk uit 2019 is ongewijzigd) (€63,76)

  • Arntz, A., & Jacob, G. (2012). Schematherapie: Een praktische handleiding. Uitgeverij Nieuwezijds. (€45,99)

Artikelen die gebruikt worden in de cursus:

  • Arntz, A., Rijkeboer, M., Chan, E., Fassbinder, E., Karaosmanoglu, A., Lee, C. W., & Panzeri, M. (2021). Towards a reformulated theory underlying schema therapy: Position paper of an international workgroup. Cognitive Therapy and Research, 45(6), 1007–1020. https://doi.org/10.1007/s10608-021-10209-5

Aanbevolen literatuur:

  • Van der Wijngaart, R. (2022). Stoelentechniek: Theorie en praktijk. Bohn Stafleu van Loghum.

  • Van der Wijngaart, R. (2020). Imaginaire rescripting: Theorie en praktijk. Bohn Stafleu van Loghum.

Eindopdracht basiscursus

Ter afronding van de basiscursus schematherapie lever je een schriftelijke eindopdracht in. Deze bestaat uit een uitgewerkte casusconceptualisatie en behandelplan van een patiënt. Het format van de casusconceptualisatie wordt aan je uitgereikt tijdens de cursus. Deze omvat de volgende onderdelen:

  1. Korte omschrijving van de patiënt: relevante achtergrondinformatie, belangrijke levensgebeurtenissen.

  2. Diagnostiek en classificatie: DSM-5 classificatie(s), huidige klachten en problemen, patronen in relaties en functioneren.

  3. Schema’s en modi: overzicht van de belangrijkste schema’s en modi, ondersteund met YSQ- en SMI-resultaten. Hypotheses over het ontstaan (koppeling aan jeugdervaringen en basale behoeften).

  4. Casusconceptualisatie: schematische weergave (modusmodel) en beschrijving van triggers en typische reacties.

  5. Interactie met schema’s van de therapeut: beschrijf hoe de schema’s en modi van de therapeut kunnen interacteren met die van de cliënt en benoem mogelijke problemen of valkuilen.

  6. Behandeldoelen: SMART-geformuleerde doelen.

  7. Behandelplan: beschrijf welke experiëntiële technieken, cognitieve technieken, en gedragstechnieken je gaat gebruiken.

Beoordeling

Voor het succesvol afronden van de basiscursus moet de eindopdracht worden beoordeeld met minimaal een 6. Bij onvoldoende beoordeling volgt een gesprek met een van de docenten en kan de opdracht herkanst worden.

De opdracht dient 4 weken na afloop van de cursus ingeleverd te worden.